Better late than never, dus na bijna twee maanden zonder ietwat degelijke internetverbinding, na enkele dagen stevig ziek zijn na de thuiskomst (dit geldt voor ons beiden), en na de drukke eindejaarsdagen, volgt hier wat vanaf november nog heeft plaatsgevonden.
Dag 1
We stappen ‘s morgens vroeg, na nog snel een portie kolok mee (“klop-noedels”, of “mix-noedels”) binnen te slurpen, een klein vliegtuigje in, om nog geen uur later te landen in Mulu, een nationaal park in het noorden van Borneo dat sinds het jaar 2000 geregistreerd staat als UNESCO Werelderfgoed. Het zicht tijdens de landing is niets minder dan overweldigend: voor zover het oog reikt, zie je niets dan groene bergen en valleien, werkelijk alles is door de jungle ingepalmd.
Na de verplichte baggage claim nemen we een busje tot aan de receptie van het park, waar we alles zeer netjes uitgelegd krijgen. De huisvesting van dit park is magnifiek, zoiets hebben we totaal niet verwacht. Toegegeven, er hangt ook een prijskaartje aan vast, maar de luxe die we hier krijgen is totaal boven de verwachtingen. En daarmee is het weekje in Mulu meteen een feest!
Dag 2
Omdat het weekje Mulu niet van de goedkoopste is (maar terugblikkend zeker z’n geld waard), en omdat Karen helemaal van de U.K. naar hier gekomen is, hebben we voor elke dag een uitstap vastgelegd – iets wat in normale omstandigheden zeker niet onze gewoonte is. Dag twee trekken we met nog een aantal andere bezoekers erop uit om de indrukwekkende grotten in de omgeving te verkennen. Zo zijn er de Sarawak Chamber, de grootste natuurlijke ruimte ter wereld, de Deer Cave, volgens bepaalde normen de langste gekende grottengang, en de Clearwater Cave, de grootste grot (in volume) op Aarde, en deel van het grootste ondergrondse riviersysteem (deze wordt momenteel geraamd op 175 km, maar is wellicht veel langer). Een dag van superlatieven dus.
We moeten heel wat afstand afleggen, klimmen en dalen, door riviertjes (die na een stevige bui plots kunnen ontpoppen tot een levensgevaarlijke flash flood) voor we en rustmoment, en meteen ook een middagmaal, voorgeschoteld krijgen.Terplekke wordt duidelijk dat onze gids niet vies is van een siesta.
Tegen de schemering keren we terug naar een chalet aan de ingang van een van de reuzegrotten en wachten we twee of drie uur (ik weet het niet meer zeker), in de hoop dat het niet gaat regenen, tot de een zwerm vleermuizen te voorschijn komt – de eerste van vele. Zeker een half uur lang blijft zwerm na zwerm uit de opening, van achter de berg en zelfs hoog uit de lucht over ons heen vliegen. Men schat dat er zo dagelijks een miljoen vleermuizen hier deze bat exodus ondernemen, en een veelvoud daarvan leeft in deze grotten.
Dag 3
Na een korte bootreis langs de rivier gaan we de befaamde Clearwater Cave systeem in, waaronder de Lady Cave, de Cave of the Winds en de King’s Chamber. Ik denk dat de eerste verkenners hier graag sprookjes lazen! De foto’s in de grotten zijn niet geweldig: mijn kleine camera is hier duidelijk niet voor gemaakt en het vermoeden rijst dat er slijt op begint te komen.
Een goed uur later keren we terug naar de boot en wordt de groep in twee gesplitst: de meesten keren terug naar het hoofdkwartier, terwijl wij met zes mensen dieper de rimboe in worden geloodst, tot we het punt bereiken waar we eruit moeten en zonder gids (het pad is vlak en recht) tien kilometer wandelen. We hebben allemaal veel spullen bij (curry in blik, rijst en krachtkoekjes, koffie en gin, en natuurlijk 1 portie gezouten pinda’s he Karen haha!!) want op het eindpunt ligt Camp 5, aan de voet van de moeilijke en gevaarlijke, maar zeer indrukwekkende Pinnacles. Eten is er niet in Camp 5, maar wel gekookt water en kookmateriaal. De lange sokken zouden ons moeten beschermen tegen de vele bloedzuigers onderweg.
Dag 4 en 5
Vandaag staan we nog voor het ochtendgloren op, want ten laatste om zes uur moeten we op weg zijn. Karen en ik maken de fout om te veel of te zwaar (baked beans, egg and toast) te ontbijten; hiervoor zullen wij het eerste uur of twee van de zware klim moeten boeten. We moeten allebei bijna braken van de inspanning, en we moeten ons op onze mentale krachten beroepen om niet op te geven.
Gelukking gaat het een stuk beter wanneer de maaginhoud eenmaal verteerd is. Het blijft stevig en stijl naar boven zwoegen, en na een hele tijd kunnen we een pauze nemen. Vanaf hier wordt het bijna loodrecht klimmen, en moeten we gebruik maken van ladders en touwen. Het is vochtig, fris en de Pinnacles zijn van een type vlijmscherp steen gemaakt, dus je wilt hier in geen geval uitschuiven of vallen. We zouden niet de eersten zijn die met diepe vleeswonden moeten afgevoerd worden. Later krijgen we te horen dat hier af en toe ook doden vallen, wat me totaal niet verbaast.
Het bereiken van de top en het zien van de Pinnacles met eigen ogen in plaats van op een scherm of in een boek, is waar we de gevaren voor trotseren en fysiek voor afzien. We eten er snel en hongerig enkele boterhammen, zien twee opdringerige shrews (ik denk dan aan het toneelstuk van Shakespeare) en beginnen aan de afdaling, die mogelijk nog zwaarder is dan de beklimming. Het wordt plots mistig en we hopen dat het niet begint te regenen, want dan wordt het allemaal veel gevaarlijker.
Beneden vind ik Silvie, zittend aan de oever van de rivier. Ze probeert tevergeefs geluid uit haar nieuwe neusfluit te krijgen. De dag wordt verder gespendeerd door eerst af te koelen in het verschrikkelijk koude water, enkele drankjes en relatief wansmakelijke curry uit blik, en vroeg het “bedje” in: een mat van een duim dik, zoals een tatami, met de beesten en insecten in de nabije omgeving. ‘s Avonds begint het stevig te regenen en te waaien, en de volgende lichting trekkers komt volledig doorweekt en bekomen van de schrik erg laat aangesjokkeld.
De volgende dag volgt de 10 km wandeling terug naar de boot, maar eerst nemen we natuurlijk afscheid van onze geweldige gids Eugene – Karen vindt het er moeilijk mee dat ze haar favoriete Malay niet in de bagage mee naar London mag nemen. Vreemd genoeg kan ik nergens een foto van hem terugvinden, dus Karen: if you got one, send it!
Dag 6, 7 en 8
De volgende dag rest ons nog een canopy walk in de jungle, waarbij we via een trap de toppen van de koningen van de jungle bereiken en een met een wijde boog, via andere toppen een deel van het oerwoud kunnen doorkruisen. En we komen op de wandelingen op de grond nog vele vreemde wezens tegen.
Via Kuching (waar we een feestje bouwen met een Sarawakaanse Stelladrinker en haar gezin en vrienden een feestje bouwen) vliegen we terug naar Kuala Lumpur, waar we een feestje bouwen met Keegan (Aussi) en Anthony (Indian). En tot zover het avontuur dat we mochten beleven met Ka Ka KAAAREN!
No comments:
Post a Comment