Monday, February 28, 2011

Ipoh - Chinezen zonder ziel

Na het eiland Pangkor trekken we weer het binnenland in, meer bepaald de betonstad Ipoh, gelegen aan de rivier Kinta, op de Noord-Zuid spoorweglijn van Bankok-KL-Singapore, en aan de voet van het centrale hooggebergte.

De stad bestaat voor 70% uit Chinezen, maar wie denkt dat bier hier gemakkelijk te vinden is, heeft het goed mis! Wel komen we voorbij een kleine bar verduisterde ruiten en waar we een Leffe en een Corona kunnen drinken (maar geen Duvel). De eigenaar, een klein angstig mannetje met een ziekelijke voorkeur voor jaren '80 emo-medleys (kom, drink er eentje mee en geniet van de "sfeer"), kan ons echter niet overtuigen met zijn "coole" beer bar.


Dus een nacht slapen in hotel Paradise en we zijn ribbedebie richting de bergen. Op aanraden van enkele websites kiezen we een iets duurdere busmaatschappij. De weg omhoog is immers langs steile bergkammen en recent was blijkbaar een bus al een kinderspeeltuin in gedoken. Over de Kurnia Bistari bus: "if u care about ur life, dont take this bus."
Please be polite and don't be indecent inside this taxi

Wednesday, February 23, 2011

Jungle George's Bukit Pangkor Sojourn

Hoewel een gids en een parang, ofwel een Maleisisch rimboemes (btw, oorsprong "rimboe" = Mal. "rimba, rimbu"), aangeraden wordt op het net en in de boekskes, besluit ik toch om op m'n eentje the Heart of Darkness van dit eiland te verkennen en zijn hoogste berg, de Bukit Pangkor (416m), te beklimmen.

Volgens mevrouw Lin van onze guesthouse is het pad naar de top afgesloten en is enkel de waterval nog bereikbaar. Het zeer begaanbare pad door langs de waterval, dat vlakbij is, reikt tot aan een landing strip op het noorden van het eiland. De tocht heen en terug duurt een dik uur, maar na een kwartier druip ik al van het zweet en is m'n nieuwe witte hemd (het enige hemd met lange mouwen, nodig tegen de bloedzuigers) al door en doornat. En passant converseer ik met een lokale arend, een slang, enkele apen en een reuzeduizendpoot, die je kon horen ritselen over de bladeren.

Langs het pad...
Voorbij de waterval...


Door de vallei des doods...
En de vallei der bloedzuigers...











Tot aan de verlaten top!
En uiteraard heb ik nog het genoegen om een bloedzuiger, die op het punt stond zich vast te hechten aan mijn rechterbeen, weg te slaan en even te filmen, want het was toch wat groter en viezer dan ik had gedacht.



Sunday, February 20, 2011

Thai Pusam in Pangkor


Op 17 en 18 februari werd hier het Hindufeest Thai Pusam gevierd, wat een vrolijke verrassing bleek, omdat we (zeer tot mijn ongenoegen) enkele weken te laat geland waren in KL om het gelijknamige festival mee te maken aan de Batu Caves (zie begin blog), waar meer dan een miljoen gelovigen naar toe stromen.

Shiva de Vernietiger
Thai Pusam wordt door de Tamils op volle maan gevierd in januari en februari. Het festival herdenkt de mythische oorlog tussen de "goede" Devas (de Indo-Europese wortel voor het "deus" en "Zeus") en de "kwade" Asuras (verwant aan de Oudnoorse "Aesir"), twee goden-demonensoorten, waarbij Shiva de oorlogsgod Murugan op de wereld bracht. De grootste afbeelding ter wereld van deze Murugan is de gouden reus voor de Batu Caves (onderaan deze blog).

Om Murugan te vereren, worden naalden, harpoenen, haken en dergelijke zonder verdoving door de huid van gelovigen gestoken. De naalden en harpoenen worden meestal door de lippen, neus en tong geforceerd, terwijl haken ter grootte van een tennisbal aan de rug worden gehecht. Deze mensen komen dan in een trance, voelen geen pijn en trekken als ossen grote feestkarren van het beginpunt van de stoet tot aan de tempel, vaak kilometers verder en ettelijke uren later.






De Chinese en Maleise gemeenschappen hier vieren dit feest mee en zorgen zo voor een waar multicultureel feest van bloed, zweet en kwijl. In hoofdzaak is dit echter toch een Indisch feest, wat blijkt uit de chaotische drukte, het onophoudelijk lawaai en natuurlijk het schaamteloos gestaar.




Friday, February 18, 2011

Pulau Pangkor (Pangkor Island)

Valentijn vieren wij gelukkig niet en wordt blijkbaar door bepaalde elementen in de Maleisische regering afgeraden, dus vertrekken we richting Noordwesten naar Pulau Pankor. Zes uur, enkele bussen en een ferrytocht later arriveren we bij guesthouse dat wordt opengehouden door een koppel en hun Chinees vriendje James, die graag willen dat iedereen "part of the family" is. Got the wrong guests here, guys, dus de volgende ochtend vinden we al snel een andere guesthouse dat veel beter bij ons past. Ook een Chinees koppel, waarvan de jongeman thuis een reuzehagedis heeft en in de guesthouse een grote, zwarte schorpioen heeft gevangen en deze levende vliegjes voedert. That's more like it!

Ikan bilis
Veel visschoteltjes: wij gaan steeds bij de lokale eethuisjes (hawker stalls) eten, waar het nagenoeg niets kost. Laksah: seafood soepje met veel shrimp paste, zeker niet voor elke week, en blijkbaar ook niet voor een duo gebruinde Zweedse meisjes, die beter in Spanje passen dan hier. Soit. Nasi Lemak: ontbijt van rijst met chilisaus en een topping van gedroogde visjes (ikan bilis), het prepareren waarvan de lokale mama's hun dag mee vullen.

De eerste dagen hier doen we het even rustig aan: we gunnen ons een enkele cocktail, bezoeken een bizarre Buddistische tempel waar ook Hindu's komen om de oermoedergod Ama te vereren, zwemmen wat tussen de vissen, waar we over het hele lichaam geprikt worden door onzichtbare wezentjes, en huren een brommer waarmee Silvie zich van haar stoere kant laat zien!

Lin Je Kong Boeddhistische tempel met scheve Disney-wachters


  
Hier verbrandt Sil een aantal spreuken in de heilige oven. Spannend!


Een aardige Indisch-Maleisische vrouw vertelt ons dat ze al jaren tevergeefs probeert kinderen te krijgen. Nu hoopt ze in deze tempel van Ama de zegen te krijgen. De twee stukken gekleurd hout die ze werpt, worden ontcijferd door de priester: de uitkomst is "medium" en ze moet wellicht nog minstens een jaar wachten op een kind...

Monday, February 14, 2011

Kuala Selangor deel 2

Op onze laatste dag in KS, 13 februari, komen we op de top van de berg in contact met een bende vieze, luie zilver bladapen die nergens verlegen voor zijn. Hele dagen hangen niksen in de bomen, elkaar de loef afsteken en dan nog eten stelen van ons hoger soort! Net een bende doppende hangjongeren, walgelijk gewoon... Oh ja, over hangjongeren gesproken: die bestaan hier dus ook, alleen wordt er op straat geen bier gedronken of wiet gerookt.

Vlak voor onze aanvaring met de zilverstinkapen hebben we nog een folklore spelletjesmuseum bezocht. Jawel Elke: een spelletjesmuseum! Knikkeren, hinken ("hinkelen", beweert Silvie), dikke bertha, politie en dief, touwtrekken, allerlei vormen van dammen, das Tollenspiel en vliegeren. En dat allemaal gratis en voor niets, daar laten we geen enkel museum voor liggen.

Sunday, February 13, 2011

Kuala Selangor

Masjid Negara, KL
Na een acclimatisatieproces van zo'n drie dagen in Kuala Lumpur - waar we bovendien weinig nachtrust gegund waren wegens ons verblijf in een guesthouse gelegen in de lokale Chersonisosstraat - nemen we de bus naar de hub Klang, waar we overstappen op een andere bus om tenslotte aan te komen in een klein, slaperig stadje genaamd Kuala Selangor.

Eigenlijk zijn er twee KS'n: een oud en een nieuw. De oude versie is nog door de Hollanders ingenomen, er staat hier nog ergens een vuurtoren (daar gaan we straks heen: ik beklim de bukit Malawati, Silvie neemt de tjoek-tjoek). De bus stopt in de nieuwe versie en een ubervriendelijke man brengt ons voor een schamel bedrag naar de oude. Momenteel slapen we in een ecopark tussen makaken, zilverbladaapjes, varanen en reigers, eten we curry als ontbijt, middag- en avondmaal. Gelukkig kunnen we ook nog curry eten als tussendoortje!


Lord Subramaniam
  Enkele bezienswaardigheden van de voorbije dagen: de Hindukapellekens in de Baku-grotten, een Hindutempel in KL, de moderne moskee in KL, en de vlindertuinen, waarover ongetwijfeld Silvie zal over uitwijden...
Ritueel in Batu-grotten
 

Sri Mahamariamman, KL