Wednesday, April 27, 2011

Exit Penang, Malaysia - Enter Medan, Indonesia

Penang imam 6am by jorgeherss
Een sfeermoment om 6 uur 's morgens, vroeg wakker in Georgetown, Penang...

 
Pulau Penang is achter de rug, en we hebben er zodanig van genoten, dat we hier bijna zeker zullen terugkomen in september samen met Cecile en Paul. Silvie is ondertussen bijna genezen; ik heb natuurlijk ook een snotvalling opgelopen, wat met tropisch weer geen meevaller is. Soit, we werden aangeraden een bezoekje te brengen aan de dokken, waar een aantal Malay volgens oude traditie nog leeft op stilt houses, paalhuizen op de zee. We vonden dit echter zeer intrusive, totaal niet onze manier van reizen, en zijn wat verder de binnenstad gaan verkennen, met dank aan de reisgids van Paul!

De volgende dag hebben we de befaamde Kek Lok Si tempel bezocht. Dit is een van de grootste Boeddhistische tempels van zuidoost Azie, en hier wordt de Goddess of Mercy (heilige Maria? De oermoeder Ama?) vereerd in de vorm van een Maitreya, de Guan Yin, een vrouwelijke boeddha, ook wel Boeddha van de toekomst genaamd.  

Later die avond zijn we gaan dineren samen met Paul en een goede vriendin van hem die Penang goed kent. We waren de week ervoor al eens in een dim sum eethuisje terechtgekomen, maar deze keer was er iemand bij die ons kon vertellen wat nu precies wat was. Want bij Chinezen is dat niet altijd even duidelijk.


Onze laatste uitstap was naar de Spice Gardens. Hier hebben we de planten waar onze kruiden aan groeien met al onze zintuigen kunnen waarnemen. Vanille, kaneel, lemoen, peper, noem maar op! En we hebben er dikke, blauwe bijen zien vliegen, waarvan ik het bestaan nog niet verzonnen had.



Zaterdagavond werden we door onze vriend Nan, ochtendkuiser van open afvoergeulen, uitgenodigd naar zijn kampung Manam (wat “grafzerk” betekent). In een achtergestelde wijk van Georgetown, waar we de vele moskeeen tegelijk het gebed hoorden prediken, werden we door kleine steegjes geleid naar een soort voetbalclubhuis, vlak langs een smerig riviertje. Natuurlijk waren we in het begin wat wantrouwig (ik had al mogelijke wapens geindentificeerd: glazen flessen, blikjes bier: kan je altijd een gezicht mee verminken!), maar we hebben ons goed geamuseerd met de – uitsluitend mannelijke – feestgroep. Een wel heel excentrieke taxichauffeur, die enkel cola dronk, heeft ons tegen middernacht naar huis gebracht. De kater ging ons te voet volgen...


Ondertussen (dinsdag) zijn we aangekomen in Medan, Sumatra (Indonesie). Het is hier, vergeleken met Maleisie, chaotisch, lawaaierig, bijna niemand spreekt Engels en de mensen spreken je aan in het Bahasa Indonesia met een snelheid die je aan Spanjaarden doet denken. Oh boy... Morgen nemen we de trein naar Lake Toba (Lake Troba, zegt Silvie steeds). Wellicht is er ginder geen internet, dus de volgende post zal op zich laten wachten.




Oh ja, Paul: er zijn hier veel shopping malls, dus we kunnen er niet echt mee akkoord gaan dat hier niet veel te doen is!

Sunday, April 24, 2011

Een filmpje over vlinders

An impression of life at the Butterfly Garden of Kuala Lumpur, Malaysia.

Monday, April 18, 2011

Slijkwezens in Mersing

Strange creatures - called mud skippers - living near the river in Mersing, Malaysia. Slightly unstable camera work due to extreme zoom.

KL F1 en Pulau Penang: Never Say Never

(Zijn er mensen bij wie de foto's of tekst overlappen? Laten jullie dat dan aub even weten?)


We moeten eerlijk zijn: de formule 1 race was onwaarschijnlijk luid (gelukking hadden we oordopjes bij) en saai. Het is echt niet meer dan een elitair spelletje waar rijkeluiszoontjes zich mee inlaten en de plebs mundi mag naar komen kijken. De reis naar het circuit van Sepang duurde een uur of zo; de reis terug nam meer dan drie in beslag. Een dag de prullenbak in, maar we zijn wel weer een slappe ervaring rijker!

Stationsgebouw van Georgetown,
waar nooit een spoorlijn is geweest!
In het chaotische Kuala Lumpur Stesen Sentral (centraal station) had Silvie de eer de ticketverkopers uit te leggen van waar nu eigenlijk de bus naar Pulau Penang vertrok: zelf hadden ze er geen benul van. Zonder het goed te beseffen, hadden we een luxebus geboekt, waar we een broodje en een beker water kregen door een heuse hostess! Jammer dat we vergeten zijn hiervan een foto te nemen. Een dikke vijf uur later en 400 km naar het noorden rijden we de 13 km lange brug over naar Georgetown, de hoofdstad van het eiland Penang. Eerste indruk: "Oh nee, een tweede Ipoh", vanwege de vele hoge flatgebouwen en de grijs-aandoende tint van de stad. Maar we wisten al wel dat Georgetown (samen met Melaka, dat meer op een pretparkprentkaart lijkt dan op een echte stad, cfr. Brugge) tot het UN Werelderfgoed behoorde, dus dat er toch een of andere charme moest zijn. En die is er zonder twijfel.

De eerste dagen hebben we niet veel (aan cultuur) gedaan: Silvie had wat koorts en een stevige slijmhoest (kunnen we nog een lekker noedelgerecht van bereiden), en de hitte hier is bijna ondraaglijk: ettellijke graden meer dan elders in het land, ik vermoed ook vochtiger, en 's avonds koelt het amper af. De truc is  dan ook om 's morgens vanalles te doen en voor 13u terug naar binnen te vluchten. Zo warm hebben we het nog niet gehad! Het centrum van de stad staat wel vol met karaktervolle huisjes: de befaamde Chinese shop lots of shop houses, diepe panden die tegelijk winkel en woning zijn, en dit soms wel heel letterlijk genomen. Niet verschieten van de vele ratten die overal in en uit duiken!



Vergane glorie, wie wil dit huisje kopen?



Paul en Silvie op het terras van een Duits biercafe, waar ik wel een Belgisch
bier van hoge gisting heb gevonden, maar nog steeds geen Duvel!
Twee dagen geleden (zaterdag) hebben we afgesproken met Paul, de papa van Johan (een vriend van Sil die binnenkort zelf papa wordt) en echt een toffe pee. Paul woont hier al een viertal jaren, heeft een gedetailleerde reisgids opgesteld en was zo vriendelijk ons met Penang kennis te laten maken. Bovenal heeft hij ons ingeleid in de wondere wereld van de shopping mall, waarvan er ontelbaar veel zijn in Maleisie (minstens tien alleen al in Georgetown) en die we steeds leuker beginnen te vinden. In elk geval zijn ze niet te vergelijken met het Wijnegem shopping center. Misschien transformeren wij nog in sufshoppers!




House of the Dead Sufshoppers: leuk spelletje!
Zondag hebben we, zoals hierboven getoond wordt, een namiddag in de heerlijke koelte van de Komtar shopping mall gehangen. Een overdosis aan indrukken, kioskjes, prullaria, een drankje en 10 ringgit (= 2,5 euro) GAMEN met Silvie later, bleek dat het al donker was en dat we minstens vier uur in de mall waren geweest. Oh no, zombie shoppers...

En aan de cinema bleek dat die baby Justin Bieber nu ook al in filmversie bestaat! Wij dan maar voor de grap mee op de foto met Justin Beaver, maar de voor de Maleisische pubermeisjes is het menens!




Monday, April 11, 2011

Twee weken Pulau Tioman


We zijn alweer een weekend terug in KL, maar de twee weken ervoor zaten we een goede 400 km verder naar het zuidoosten op het eiland Tioman, 32 km verwijderd van het vaste land. Op onze bootreis van Mersing naar Tioman bleek de airco stuk en toch moest iedereen in het ruim zitten - was me dat zweten. Was iedereen dat zweten, eigenlijk!


We vaarden helemaal door tot aan het meest noordelijke dorpje ("kampung") van het eiland, Salang. Er wonen zo'n 15 families. De eerste drie nachten hadden we al vastgelegd om te verblijven bij den Eddy (een Maleisier) tussen een twintigtal hutten op een groot grasveld, uitgekapt wat dieper in de jungle, met prachtig uitzicht op het oerwoud dat stijl omhoog rijst. 's Morgens zie je er de zwarte reuzeneekhoorn vechten met een specht-achtige vogel, en apen die vuilnisbakken brutaal overhoop halen. We zijn er nadien wel vertrokken omdat Silvie in deze omgeving werd doodgestoken door de muggen - en de door ons nog niet gekende strandvliegen. Je voelt ze niet bijten, maar voor je het weet, sta je vol and these fuckers itch like hell. Sil heeft er een aantal opengekrabd, waarna ze ontsteken en je van je slaap houden. Het kitschconcept "paradijs" krijgt er zo een diepere betekenis van.
http://en.wikipedia.org/wiki/Phlebotominae
http://www.traveldoctor.co.uk/stings.htm

Stippeljongen: 40 beten op 30 minuten

Stippelmeisje: 100+ beten op 1 avond



Zo belandden we dan op het meest noordelijke deel van het meest noordelijke dorpje van het eiland, de Salang Huts. Op de boot hadden we al Louis ontmoet, een vriendelijke Nederlander die bezig bleek te zijn met het opwaarderen van de hutjes en ons een niet te weigeren aanbod deed: we konden er blijven voor 8 euro per nacht en koffie en thee waren inbegrepen. De hutjes hadden alle kleine balkonnetjes met onmiddelijk zicht op de zee (die erg wild was wegens de zware storm in Thailand, zo wild zelfs dat ik er de eerste nachten niet van kon slapen) en vlak achter ons de ondoordringbare jungle (ik heb het geprobeerd en ben niet ver geraakt; ergens viel zelfs een zwaar insect de grootte van een hand op mijn hoofd - yikes).






Onze buren waren menselijke en passants (backpackers, rare lui), maar "in constantium" konden we rekenen op het gezelschap van de apen die in de late ochtend of vroege middag het fruit probeerden te stelen uit je hut ("monkey time!"), het babyschorpioentje op het plafond, de mieren in het bed, de hermit crab die 's nachts eenzaam het pad overstak, de witte poezenfamilie, en de twee kippen en drie hanen die letterlijk een meter onder je hoofd om zes uur 's morgens de ochtend inluiden. En natuurlijk de opperbuur: onze goede vriend Louis, Hagenese homohollander met adhd en lichte achtervolgingswaan, maar bovenal zeldzame levensvreugde en menselijk inzicht.







De boekskes: "Tioman is een duik-en snorkelparadijs"; ik mag echter niet duiken van de dokter en Silvie doet het niet graag, dus zijn we enkel wat gaan snorkelen. Verder is Jungle George drie keer de rimboe ingetrokken en is Sylvan Silvie de derde en langste tocht flink meegestapt.




























En tenslotte is Tioman onlangs taxfree geworden, wat de drank betaalbaar maakt, en waar we twee stevige tropische katers aan hebben overgehouden. In geen geval aan te raden! Maar ja, wanneer we hier in augustus terugkeren met Jan en Elke zal dit zich ongetwijfeld herhalen. "All of this has happened before, all of this will happen again."