Tuesday, August 2, 2011

Visa run #2, week 2: Ha Noi

De vier weken Tioman zonder airco hebben hun tol geeist, en Silvie heeft  mij zien evolueren van Jorge "den okkuzze" naar Jorge "kamikuzze"; en zelf heeft ze mijn epitheton overgenomen. Als  deze evolutie zich met dezelfde snelheid verderzet, zullen wij tegen het einde van deze reis niet te onderscheiden zijn van een hoopje blubber op de grond ergens in Afrika, zoals Nik "The Nubian" Boonen zal beamen.  Koortsblazen, keelpijn, hoofdpijn, snotvalling; het rondlopen met versleten sandalen heeft een vreemde rugpijn veroorzaakt die bijna een week aanhield en waardoor ik niet langer dan vijf minuten met sandalen kon stappen (bergschoenen ging dan weer wel); een soort onderhuidse ontsteking met lelijke wonden aan mijn grote teen, op mijn bil, achteraan en vooraan de rechterschouder, een een aanhoudende moeheid die erg traag betert. (2 augustus: ik ben genezen, maar Silvie heeft een bijna aanhoudende hoofdpijn...)

Bij aankomst te Hanoi na de nachttrein terug van Sa Pa vond een emotioneel afscheid plaats, waarbij Silvie en ik uitgeput werden achtergelaten in de stationsbuurt. Maar wat was er toch met Raoul gebeurd? Die was plots verdwenen, wellicht op zoek naar een plaatsje in de bus!

We wisten nog niet goed wat we onze tweede week gingen uitspoken. We zagen een bezoek van enkele dagen aan een natuurpark in de omgeving wel zitten, ofwel een landelijk gebied of iets dergelijks. Maar na wat onderzoek online en in een aantal brochures die we in een boekenwinkel (waar we natuurlijk veel boeken hebben bijgekocht!) hadden gezien, bleek dat het toerisme a la Vietnamese een vrij bezoek niet echt bevorderde. Hier werd communistisch toerisme bedreven, en dat betekende dat alle reisagentschappen exact dezelfde reizen regelde naar exact dezelfde plaatsen, en dat er daarbuiten geen slaapplaatsen leken te zijn. En we zagen het eerlijk gezegd niet zitten om nog een week tussen horden touristen te zitten die van bezienswaardigheid naar bezienswaardigheid werden geloodst.

Dus zijn we de hele week in Hanoi gebleven om de sfeer ervan goed tot ons te laten doordringen -- en daar hebben we geen spijt van! Overal gezellige terrasjes, cafes, eethuisjes; vriendelijke mensen; en een zeer goed, goedkoop hotelletje met uitmuntende service, het Spring Hotel. Het hotel ervoor, Hotel Lucky II, was echter wel wat tegengevallen, want hun ontbijt trok nergens op en "de koffie was op". Heb je ooit gehoord van een hotel waar de koffie op is? Da's zoals een cafe zonder bier of een boerderij zonder kippen. En de concierge daar onthield steeds exact hoe laat wij 's avonds binnenkwamen. Creep.

Rare poes, lijkt een beete op Dali.
All praise be to the Duvel!
Op een gegeven hete, vochtige avond zagen we de vreemde Vietnamese gerechten niet meer zitten en hadden we het over lekker Belgisch eten, zoals worst met kool en patatten... Oh wat hadden we daar zin in! Maar we moesten iets eten en gingen het hotel uit, keerden naar rechts en dertig meter verderop in de straat vonden we plots... Le Petit Bruxelles - een Belgisch restaurant in de hoofdstad van Vietnam! Met Duvel en Chimay! En stoofvlees met frieten! En bouletten in tomatensaus! Uiteindelijk hebben we hier deze week tot drie maal toe gegeten, en rekeningen van +/- een miljoen Dong mogen betalen. But damn, it was well worth it!

Een beeld van Confucius (Kung Fu Tze) in de Tempel van de Literatuur.
Een andere snikhete, zweterige avond passeerden we een duistere poort, waarachter een visrestaurant verborgen lag. Wij natuurlijk erheen om een lokale specialiteit te proberen: Vietnamese visfondu. Rare stukken vis (en misschien andere, ons niet bekende wezens) in een grote pot soep met bamboe en onbekende kruiden, lange, smalle paddenstoelen en vreemde groenten. Het is ons jammer genoeg niet gelukt om aan de ongewone smaak te wennen, en gelukkig was er genoeg witte rijst voorzien!




De lokale independent cinema, waar wij, tijdens een filmfestival, van enkele docu's hebben geprofiteerd!
Ik, nozem...
En Silvie, nozema descenda!

No comments:

Post a Comment