Buiten wandelen is hier niet veel te doen; toch duurt het twee dagen vooraleer we een van de vele bergwandelingen ondernemen. Wellicht moesten wij ook wat bekomen...
Omdat ons verteld wordt dat een meer dan gemiddelde conditie vereist is voor de beklimming van de Gunung Jasar (1696m), en ook omdat haar darmpjes parten speelden, beslist Silvie om een alternatieve route te nemen, welke zuidwaards gaat naar een waterval. Ik spreek met de gids af om 13u30 en voeg me bij een jong, heel vriendelijk Hollands koppel, die me m.i. wel erg veel vragen stellen. Ze zijn al drie maanden door Zuid-Oost Azie aan het reizen, dus waarschijnlijk hebben ze te lang geen Nederlands gesproken.
Eerst lopen we even door een groentenplantage, waarna we een pad afslaan en vrijwel onmiddellijk een stroompje inlopen. De Hollanders en de gids dragen flipflops, ik mijn zware waterbestendige boots. Legerfetisj. Na amper vijf minuten begint het te regenen, en als het hier regent, dan word je nat. De jungle hier is heel anders dan op Pangkor. Slangen en muggen zijn hier quasi niet, het is er hier gewoon te koud voor. De enige beesten zijn enkele rare vogels en boomkikkers, die vogelgeluiden maken in de kruinen.
De klim is maar met momenten steil, transpiratie quasi nihil - dus die waarschuwing over fysieke conditie lijkt me wat overroepen. Jawel, zelfs Sil had deze klim zonder al te veel blazen aangekunnen! Enkele uren later zitten op de top, we babbelen nog wat met de gids over Maleisie en Marokkanen, en na een vlotte afdaling nemen we afscheid. Uiteraard worden eerst nog snel de facebookaccounts uitgewisseld.
Bij de terugkomst in de guest house is Sil al terug. Blijkt dat ze op haar avontuur twee kolen heeft gekregen van Indonesische gastarbeiders. Die gasten zijn ook nergens beschaamd voor - alsof er nog niet genoeg wind waait langs de bergtoppen!
No comments:
Post a Comment