Sunday, September 4, 2011

Kota Bahru

Op zeven augustus blijkt dat Jan en Elke toch een dag later dan gepland uit Thailand zullen arriveren in Kota Bahru, hoofdstad van Kelantan. Ik besluit alvast een aantal musea te bezoeken, waaronder het Istana Jahar (waar oude tradities en ceremonies worden tentoongesteld) en het oorlogsmuseum. Ik vind enkel de verdieping over traditionele wapens interessant; de rest is zeer droog tot zelfs saai (het relaas van de Japanse invasie wordt letterlijk minuut per minuut uiteengezet en dit met borden vol kleine lettertjes). Het Islamitisch Museum, een mooi houten gebouw, blijkt gesloten voor vernieuwing.

Het Padang Merdeka, of Plein van de Onafhankelijkheid, met in het midden
een reuzeversie van de houten koranhouder, de rihal of tawla. 
De Masjid Muhammadi, gebouwd in 1867 (let bijv. op de koloniale invloed in de toren met klok),
ook wel de Veranda van Mecca genoemd omwille van zijn rol in de verspreiding van Islam in Kelantan.
Overdag zijn de meeste Malay restaurants en eetkraampjes gesloten: de Moslim mag immers tussen zonsop- en ondergang niet eten, drinken en vrijen. Het culturele centrum, waar ik hoop de nationale vechtsport (Silat) of de favoriete spelen van Kelantan (de grote houten tol, de vlieger, of de grote drum) te zien, is de hele maand gesloten voor Ramadan. Heel jammer, want hierbuiten is Kota Bahru een erg typisch Maleisische stad: lelijke betonnen gebouwen, eenheidsworstwinkels en drukke straten.

Die avond zijn Jan en Elke tijdens een hevige tropische stortbui de grens overgewandeld, en komen ze een halfuurtje later aan in het hotel. De blijde ontvangst wordt gezegend met blikjes warm bier en een glaasje Jack Daniels dat ze hebben "meegesmokkeld".

De volgende dag bezoeken we de leuke centrale overdekte markt van drie verdiepingen, een feest voor alle zintuigen. Elke koopt er een reusachtige metalen stoompotset, ik 100g currykruiden die door een oud mannetje ter plekke worden gemengd, en Jan loopt wat rond als een verloren zieltje.

Where's Waldo?

Elke heeft met stevige wc-drang en de rugzak op vogelpoep het interview doorstaan - proficiat, Elke!
We moeten alle vier nog heel wat slaap inhalen en besluiten de volgende dag niet al te vroeg te beginnen. We moeten wel nog langs het postkantoor: Elke wil haar stoompotset versturen en Silvie en ik hebben gewoon opnieuw te veel spullen. Dit eenmaal achter de rug, doen we een kleine daguitstap noordwaarts in een veelal etnisch Thais gebied om er enkele Boeddhistische tempels te bezoeken.




In een klein straatwinkeltje drinken we een frisse cola en koopt Elke een raar snoepje waar je een rode tong van krijgt. Voor onze laatste tempel passeren we tenslotte iets dat lijkt op een stal waar een Maleisier (ethnisch Thais, denk ik) ligt te slapen. Op een bordje staat wel "kedai gunting", wat "kapperszaak" betekent. Net waar Jan al twee dagen naar op zoek is (de kappers in Khota Baru waren allen dicht vanwege de Ramadhan) en hij waagt het erop!



Le moment supreme: we konden onze lach niet langer inhouden!
Elke onder een Matreija, ofwel vrouwelijke Boeddha
Na een heerlijke, maar late lunch in een Thais-Maleisisch wegrestaurant (de Moslims waren nog steeds allemaal aan het "vasten"), waar thai box op televisie te zien was, namen we de bus terug naar de stad. Vol zenuwen gingen we onze gefotoshopte fotoshoot ophalen bij een Chinese fotowinkel. Het resultaat oversteeg onze verwachtingen!

Apa khabar?


No comments:

Post a Comment