Wat zijn wij blij om terug in Sibu te zijn! We zijn inmiddels al acht maanden op pad (en hebben nog twee te gaan vooraleer we naar huis mogen gaan) en hebben dus wat te vieren. We organiseren een feestje met ons tweetjes, ik ga Arak puti, kleine lemoentjes en limonade kopen in de stad, en wat is een feestje zonder balonnen?
Drie dagen later stappen we de boot op die ons naar het kuststadje Daro zal brengen. We vinden nergens informatie over Daro, maar een marktkramer weet ons te zeggen dat er wel een hotel is. Bij aankomst worden we natuurlijk aangestaard door de mensen, maar het valt ons op dat men hier opvallend vriendelijker is dan in Kapit. We vinden zelfs dat Daro karakter heeft, jawel zeg maar best gezellig is!
Paard en kar voor de markt van het dorp |
Patriot, nationalist? |
De volgende dag stappen we in een klein busje om drie kwartier later in het dorp Matu gedropt te worden. Vreemd genoeg zet de chauffeur ons niet in het centrum af, maar aan een groot plein. Hij wijst naar de overkant, daar kunnen zien hoe we verder geraken. Maar hier loopt het mis. Vrij snel blijkt dat we niet verder kunnen: er zijn geen busjes die naar het noorden rijden, en dan blijkt ook dat er geen busjes meer terug naar Daro rijden. En de cherry on the pie? Er is geen hotel of guesthouse in Matu! Ik besluit wat locals aan te spreken, er moet toch iemand zijn die de rit naar Oya kan en wil ondernemen?
Verscholen achter een schaduwluik zit een dertigtal mannen thee en koffie te drinken. Op mijn vraag wordt al wat gelachen, een man zegt bereid te zijn te rijden, maar ik moet een prijs voorstellen. Mij lijkt een kostprijs van 20 tot 30 ringgit schappelijk (en max 50, maar dat zeg ik nog niet), want we hebben voor de busreis naar Matu maar 7 ringgit betaald. Hierop moet een batterij mannen luidop lachen; ze willen het maar doen voor 150 ringgit, en de rit verder naar Mukah (enkele km verder) doen ze voor 300. Ze willen dat ik onderhandel, maar met die startprijs begin ik er niet aan. Ik kan ook wel een huis huren voor 400 ringgit (=100 euro!) en morgen het busje terug naar Daro nemen. Afzetters.
Verscholen achter een schaduwluik zit een dertigtal mannen thee en koffie te drinken. Op mijn vraag wordt al wat gelachen, een man zegt bereid te zijn te rijden, maar ik moet een prijs voorstellen. Mij lijkt een kostprijs van 20 tot 30 ringgit schappelijk (en max 50, maar dat zeg ik nog niet), want we hebben voor de busreis naar Matu maar 7 ringgit betaald. Hierop moet een batterij mannen luidop lachen; ze willen het maar doen voor 150 ringgit, en de rit verder naar Mukah (enkele km verder) doen ze voor 300. Ze willen dat ik onderhandel, maar met die startprijs begin ik er niet aan. Ik kan ook wel een huis huren voor 400 ringgit (=100 euro!) en morgen het busje terug naar Daro nemen. Afzetters.
Ik druip af en bespreek met Silvie onze opties. Ik ben bereid te liften, Oya is immers maar zo’n 50 of 60 km verder en er is maar een baan, dus wel een grote kans dat we opgepikt worden. Silvie besluit met wat vriendelijk uitziende Chinezen te praten. Een oud vrouwtje dat er haar stalletje uitbaat, hoort haar vraag en zegt dat haar echtgenoot wel wil rijden voor 100 ringgit. Vervoer is hier duur en ook de lokale mensen moeten enorm veel betalen om weg te kunnen. We gaan akkoord.
Een halfuurtje later worden we opgepikt door een vriendelijke man in de “Little Devil” van zijn dochter. Een dik uur later zijn we in Oya, maar daar blijkt ook noch hotel, noch bus te zijn. Over een week pas is er een boot naar Mukah. De man heeft duidelijk medelijden met ons en gaat in op ons verzoek om door te rijden, het is immers maar 25 km verder.
De goede man lijkt Mukah wel te kennen, rijdt wat door het stadje en toont ons waar de hotels en restaurants gelegen zijn. We betalen hem uiteindelijk 150 ringgit en bedanken hem uitvoerig. Een snelle blik in het rond en we hebben snel door dat Mukah geen plek is om langer dan een dag te blijven.
Chinees kerkhof in Mukah |
De klokkentroren van Mukah |
No comments:
Post a Comment