Na een nogal onaangename vlucht van twee uur – een afwisselend joelend en huilend kind dat ik door m’n death metal kan horen, en een ongewassen, starende Indon naast Silvie, waarvan ze zodra ze mogelijkheid ziet een frisse afstand van neemt – landen we in Kuching, de hoofdstad van Sarawak, een van de armste staten van Maleisie.
Kuching stad, met de rivier de Sarawak in de achtergrond |
Een dure taxirit later (taxis zijn enorm duur hier, vergeleken met West-Maleisie) stappen we uit voor een klein, goedkoop maar zeer aangenaam hotelletje, de Abell Residence. We worden meteen verwelkomd door een prachtig specimen van het stadssymbool: de kat (“kuching” betekent immers “kat”).
We voelen ons meteen thuis in Kuching: het eten is lekker en goedkoop (heerlijke dim sum en overal Chinese “pau”-broodjes te vinden voor een prikje!) en het bier is eindelijk betaalbaar. Stella Artois is zelfs aanzienlijk goedkoper dan bij ons. Verklaar me dat maar eens.
Het parlementsgebouw van Sarawak |
De uitmuntend gerenoveerde Conficiustempel |
Maar niet alles is er feest. Omdat de Abell Residence verleden week online volgeboekt leek voor enkele dagen, hebben we al gereserveerd bij de Fairview guesthouse, enkele kilometers verderop. Na we ginder bij aankomst in een felle discussie met de taxichauffeur verwikkeld zijn, laat onze extreem katholieke gastvrouw Annie ons meteen het gastenboek tekenen en voor drie dagen betalen. Dom, want we voelen ons er absoluut niet op ons gemak. Later op de avond (want de feeks was weg) spreken we haar erover aan. Normaliter is een afzegging geen probleem, maar deze self-righteous bitch queen from hell heeft zoiets duidelijk nog nooit meegemaakt. We moeten de nacht wel blijven (fair enough), maar de volgende twee rekent ze nog wel 10% aan. Trut. En: “wij wetten niet wat we willen”; er scheelt duidelijk iets aan ons; en als we haar vragen om een lokale taxi te bellen, zegt ze stomweg “I don’t have time for this.” Dat preuts wijf gaan we nog kraken op tripadvisor.com!
The Omen gezien met kindje Damien? |
Het gezellige weekendmarktje van Kuching |
2. Bako National Park
Volgens toptrien Anny is dit natuurpark niet toegankelijk vanwege problemen met de watertoevoer. Het is inmiddels weekend (vrijdag was het bovendien de verjaardag van Taib Mahmud, leider van Sarawak en eerste klasse mafiabaas) en het park zelf is niet te bereiken. Een dag niet wassen houdt ons niet tegen en gelukkig komen we zondag avond Laury en Lauren (twee Kiwi’s) en Jade (een Londense) tegen, die er ook heen willen. We spreken maandagochtend vroeg af om samen te bus te nemen en om in Bako een boot te charteren, de kost waarvan we door vier kunnen delen (maar Jade daagt niet op).
Er blijkt wel water te zijn: alleen is er een licht tekort en willen ze zoveel mogelijk toeristen die wensen te overnachten buitenhouden. Wij willen echter wel overnachten, omdat je ‘s avonds en ‘s morgens de meeste dieren ziet (en in Bako zie wel wat hoor!) en omdat de wandelingen dan het draaglijkst zijn. Kostprijs: hoog – Eten: verbazend lekker – Wildlife: wow! Rare snorwezens met babytjes, Neusapen (Dutch monkeys ofwel Proboscis), nachtkikkers en felgroene giftige adders…
De Neus- of Proboscisaap is een zeldzaam soort dat hier in Bako makkelijk te bespeuren is. Hij leeft van de jonge, frisgroene blaadjes van bomen die in of rond mangrove groeien. Om de paar minuten uit hij een soort geknor of gebrom met veel bas, zoals een hoorn. Ondanks zijn grootte, beweegt hij verbazingwekkend sierlijk van tak naar tak. Maar ga niet onder zo’n aap staan: hij laat meteen een stevige waterstraal naar beneden kletteren!
Reeds kaalgeplukte mangrovebomen van Bako |
Silvie en het universum! |
No comments:
Post a Comment